Het woord “consistent” heeft verschillende betekenissen afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt. Hier zijn enkele van de belangrijkste betekenissen van het woord, met voorbeelden:

  1. In overeenstemming of harmonie:
    • Voorbeeld: “Haar acties waren consistent met haar woorden, wat haar geloofwaardigheid versterkte.”
  2. Stabiel en onveranderlijk:
    • Voorbeeld: “De temperatuur bleef consistent gedurende de hele dag.”
  3. Betrouwbaar en voorspelbaar:
    • Voorbeeld: “Hij is een consistent goede presteerder in zijn werk.”
  4. Zich voortdurend herhalend:
    • Voorbeeld: “De leider van het team benadrukte het belang van consistent trainen om succes te behalen.”
  5. Een eenduidige en samenhangende logica of redenering hebben:
    • Voorbeeld: “De student presenteerde een consistent argument in zijn essay.”
  6. Uniform in kwaliteit of prestatie:
    • Voorbeeld: “Het restaurant staat bekend om zijn consistent heerlijke gerechten.”
  7. In lijn met eerdere handelingen, uitspraken of normen:
    • Voorbeeld: “De politicus handelde consistent met zijn beloften tijdens zijn ambtstermijn.”
  8. Compatibel of in overeenstemming met iets anders:
    • Voorbeeld: “De resultaten van het experiment waren consistent met de hypothese van de onderzoekers.”
  9. Onveranderlijk in principe of gedrag:
    • Voorbeeld: “Zijn morele standpunten zijn consistent, ongeacht de omstandigheden.”
  10. Voortdurend dezelfde elementen bevattend:
    • Voorbeeld: “Deze verf heeft een consistent hoge kwaliteit, batch na batch.”